Onlangs werd ik 39 jaar. Sindsdien vormen mijn zus, broer en ik een mooi rijtje van drie: 39 – 40 – 41 jaar. Tot mijn zus, zoals elk jaar weer opnieuw, ons rijtje van drie doorbreekt door twee maanden na mij ook te verjaren… 😊
39 jaar. Of ik het nu wil of niet, elke verjaardag doet me toch weer even stilstaan bij waar ik op dat moment sta. En waar ik dacht te (moeten?) staan op die leeftijd. Een wereld van verschil tussen die twee beelden, dat kan ik wel zeggen.
Toen ik pas afgestudeerd was, had ik een heel ander beeld van ‘later’. Ik zou een vaste job in dienstverband in de communicatiewereld hebben (heb ik niet, wil ik ook niet), een liefdevol ‘kerngezin’- zoals onze maatschappij dat noemt (dat ‘kerngezin’ heb ik niet meer, dat stukje ‘liefdevol’ des te meer). Maar vooral zou ik alles onder controle hebben, het gevoel altijd drie stappen voor te zijn op wat nog komen zou. En zou ik heel goed weten wat ik wil.
39 jaar, dan heb je het toch zeker wel helemaal voor elkaar?
Niets van. Alhoewel ik volmondig kan zeggen dat ik blij ben met waar ik sta, wie ik ben en wat ik heb. Toch blijf ik me zoekende voelen. Mijn leven lijkt in niets op het leven dat ik voor ogen had, maar het voelt wel veel beter. Want ik heb losgelaten wie ik dacht te moeten zijn. Want is het niet toevallig dat we precies allemaal hetzelfde willen? Dat huisje, tuintje, boompje, kindje en die voltijdse, vaste, zekere job? Dat maatschappelijke beeld dringt zo hard door in ons persoonlijk leven dat we bijna onmogelijk nog weten wat we zélf willen, los van deze maatschappelijke verwachtingen. Geen wonder dat we allemaal zo zoekende zijn (ik ga er vanuit dat ik niet de enige ben die zich zo voelt).
Dat ik nog steeds zoekende ben zie ik intussen als iets positief, want dat zoeken brengt me gaandeweg dichter bij mezelf, naar een manier van werken, moederen, leven en liefhebben die écht bij me past.
Het beeld van ‘later’ dat ik vroeger had stond vast: zo zou het zijn. Dat vaststaande beeld gaf me een gevoel van zekerheid, van controle. Die zekerheid, die controle heb ik moeten loslaten. Het beeld dat ik nu heb van later verandert telkens weer. De ene dag zie ik me later een groepspraktijk uitbaten, de andere dag zie ik me later terugplooien op enkel mijn thuispraktijk. En doe ik dan nog loopbaanbegeleiding? Of familiale bemiddeling? Of iets helemaal anders? Ook dat beeld wisselt telkens weer. En wie weet waar woon ik later. Want het huis waar ik van plan was de rest van mijn leven te wonen, verruil ik binnenkort voor een ander exemplaar (dat nu beter bij me past). Dus wie weet wat past er binnen 5, 10 of 20 jaar weer beter bij me?
Het beeld van ‘later’ dat ik vroeger had zorgde voor zekerheid. Die zekerheid heb ik losgelaten. Want nu weet ik dat het pad pas zichtbaar wordt door het te bewandelen. En dat ik weer een nieuwe weg kan inslaan wanneer de oude niet meer past. Al 39 jaar zoeken, ik zou het niet meer anders willen.

Op deze foto vierden we niet mijn 39 maar mijn 37 jaar. Ik vond deze foto toen zo leuk dat ik hem graag nog eens hier deel.

Plaats een reactie