Ergens Onderweg

Een zoektocht naar mijn eigen pad

De schoonheid van verdwalen

Met veel bravoure deel ik hier mijn blog ‘Ergens Onderweg’ over de zoektocht naar mijn eigen pad, op werkvlak, in het moederschap, in de liefde,….
Maar mijn hartje wordt heel wat kleiner wanneer het gaat over dat letterlijke pad, als in: letterlijk mijn weg vinden in een stad.
In mijn eigen stad (Antwerpen) is dit al redelijk hopeloos. Laat staan in een stad waar ik nog nooit ben geweest. En daar ben ik op dit moment (toch op het moment dat ik dit neerschrijf in mijn schriftje): in Utrecht. Alleen.

Mijn lief moest hier zijn voor een congres van zijn werk. Dus ik besloot om mee te gaan en samen breien we twee nachtjes Utrecht vast aan zijn dagje congres.

Deze ochtend vertrok hij al vroeg naar dat congres. En bleef ik alleen achter op onze hotelkamer. Het was vroeg, dus ik wou nog wat verder slapen. Meteen nadat hij vertrokken was, werd er op de deur geklopt. Housekeeping? Of iemand die ons gisterenavond met twee de kamer heeft zien binnengaan en nu Alexander heeft zien vertrekken en dus weet dat ik hier helemaal alleen ben…? Mijn gedachten gaan met mij aan de haal terwijl er nogmaals geklopt wordt, harder nu. ‘Alexander?’ vraag ik. Nogmaals: ‘Alexander?’ Geen reactie. Maar de kamers lijken hier wel bunkers (het hotel heet niet voor niets Bunk) dus misschien hoor ik hem gewoon niet?
Ik durf niet opendoen. Waarom leek het mij een goed idee om alleen een dagje door te brengen? Ik heb nu al spijt. Terwijl er nog eens geklopt wordt, bel ik naar Alexander zijn gsm. Hij moet terugkomen en me redden van deze enge man die voor mijn deur staat (ja, mijn gedachten gaan nu echt alle kanten op). Ik hoor Alexander zijn gsm rinkelen, op onze kamer. Het gerinkel brengt me meteen weer in de realiteit. Ja, natuurlijk is het gewoon Alexander die voor de deur staat. Hij was zijn gsm vergeten.

Na wat boos gemompel tegen hem (want ja, ik was toch echt wel even bang), nemen we afscheid en begint mijn dagje alleen in de grote stad dan echt.
Eerst lees ik nog even in bed (van slapen zal nu toch niets meer komen), waarna ik me nog een tijdje verschans achter een cappuccino en mijn schriftje in de prachtige lobby/eetzaal van het hotel. Alles om toch nog maar niet te moeten gaan verdwalen, alleen, in deze grote stad.

Wanneer mijn cappuccino op is raap ik mijn spullen en mijn moed bijeen en trek ik de stad in. Geen plan, geen google maps, geen idee welke richting uit. En ik bedenk me wat ik hier in mijn bio schreef: “Het pad wordt zichtbaar door het te bewandelen”. Dus hier gaan we.

Stap voor stap ontvouwt de schoonheid van de stad zich voor me: gekleurde fietsen kunstzinnig aan een gevel van een café, reuze schaakstukken op een plein, en gebouwen en mensen in de meest mooie en gekke vormen.

Eerst volg ik nog braaf, net zoals al die andere mensen, de grote betrouwbare straten. Waarna ik toch meer en meer mijn intuïtie durf te volgen en de kleinere straatjes induik. Na een tijdje merk ik dat ik rondjes loop: wel vier keer kom ik uit op hetzelfde punt. Loskomen van het – intussen toch iets meer – vertrouwde blijkt toch moeilijker te zijn dan ik denk. Dus raap ik nogmaals mijn moed bijeen en wandel wat verder weg, erop vertrouwend dat ik ook dan mijn weg wel weer vind.

Een dagje alleen citytrippen. Wat met een klein hartje begon zou ik nu iedereen aanraden.
Verdwalen in schoonheid. Ongepland, intuïtief, vertrouwen op wat komt. Net zoals ik ook in het leven wil staan.

Plaats een reactie