Ik droom van een leefkeuken. Nu heb ik er geen. En ook in ons nieuwe huis ga ik er geen hebben. Al is het wel iets meer een open keuken dan de keuken die we nu hebben. Dus met en beetje (veel) fantasie valt daar wel een soort van leefkeuken van te maken.
Ik ben opgegroeid in een huis met een leefkeuken. Eten, knutselen, huiswerk,… gebeurde standaard aan de keukentafel. De eettafel in de living was enkel voor speciale gelegenheden. Voor kerst of voor familiefeesten.
Voor mij staat een leefkeuken gelijk aan gezelligheid, verbinding, samen zijn. Het hart van het huis. Daar waar alles en iedereen samenkomt. Nog lang voor ik kinderen of een eigen huis had, zag ik het al voor me: ik die sta te koken terwijl mijn kinderen aan de keukentafel huiswerk zitten te maken. Die gezellige drukte, dat samen leven, ieder zijn/haar eigen ding doen maar toch samen zijn.
De plek voor (opr)echte babbels met familie en vrienden. Goede vrienden van mij lieten enkele jaren geleden hun huis (deels) verbouwen. De keuken zouden ze verplaatsen zodat ze een volwaardige leefkeuken zouden hebben. Met zicht op hun grote, prachtige tuin. Meermaals maakte ik het mopje “Als jullie leefkeuken af is kom ik hier wonen”. Enkele weken terug zat ik daar nog eens. Voor een goede babbel. Met koffie en thee (ja, liefst allebei) en zelfgemaakte (niet door mij maar door de gastvrouw) taart. Heerlijk.
Dat voor mij de keuken het hart van het huis is, uit zich (eerst onbewust – tot mijn lief mij er eens op wees) in het feit dat ik mijn kinderen hun pijntjes – groot of klein – standaard in de keuken verzorg. Die plek staat voor mij dus echt wel gelijk aan zorgen voor, aan liefde.
Wanneer de kinderen zich pijn doen, eender waar in ons huis of in de tuin, breng ik ze steevast naar de keuken en zet ik hen op het aanrecht om ze daar te verzorgen.

Een tijd terug had Arno zich beneden in de gang pijn gedaan. Ik vroeg aan mijn lief om een ice pack uit de diepvries te halen. Die diepvries staat in de berging, vlak naast de plek in de gang waar we stonden. Terwijl hij dit ice pack haalde pakte ik Arno op en ging ik de trap op, naar de keuken. Onlogisch (vandaar dat Alexander me daar dan ook op wees), maar in mijn hoofd niet meer dan normaal: zorgen doe je op een zorgzame plek.
Alexander woont in een cohousing. Toen Arno daar eens viel, ging Alexander pleisters en ontsmettingsmiddel halen in zijn appartement. Ik pakte Arno op en ging (vanzelfsprekend) naar de keuken in het gemeenschappelijke deel van de cohousing. Waar ik Arno opnieuw op het aanrecht zette om hem te verzorgen.
Ons nieuwe huis zal dan wel geen leefkeuken hebben maar gelukkig ook wel weer een aanrecht om al die pijntjes op te verzorgen. Dus dat komt helemaal goed.

Plaats een reactie